De schepping kan niet bestaan zonder invulling. De schepping is de leegte gevuld.
Ik heb al vaak geschreven over de leegte. Ze wordt vaak als hoogste goed gezien en ik zag haar ook zo.
Ooit las ik een boek waarin iemand schreef dat de leegte het grootste obstakel is op het geestelijk pad. Ze treedt vrij laat op. Je moest er volgens hem door want ze was niet het eindpunt.
Ik begreep niet wat de schrijver daarmee bedoelde. De leegte voelt immers heel bijzonder. Sommige meditatievormen hebben van haar het hoogste doel gemaakt. Er heerst een rust die voelt als een schuiloord waar je je altijd kan in terug trekken. De leegte voelt ook logisch ondanks het feit dat ze pas optreedt als gedachten relatief worden. Wie zichzelf onderzoekt zal merken dat gedachten komen en gaan vanuit een zee van leegte. Met enige moeite kan je je aandacht meer en meer op die leegte vestigen tot gedachten nog maar heel weinig kracht hebben om je aandacht af te leiden. De leegte voelt ook als waarheid want er is geen beschrijving van mogelijk dus ook geen perspectieven die onderscheiden en voor conflict kunnen zorgen. Waar de leegte is, is eenheid, want er is geen differentiatie in leegte. Wat kan nog beter zijn dan dat?
Wat kon er dan nog meer zijn dan deze plek? Ik zag de schepping enkel als een leegte met daarop een spel van vormen en gedachten. Alles slechts als een droom aan het oppervlak.
Was ik vastgelopen in de rol van observator? Een neutrale getuige geworden ten aanzien van de schepping gelovend dat dit de enige echte rol is die bestaat? Dat dit het doel is?
Het voordeel van de leegte is dat er geen keuze moet gemaakt worden. Zo lijkt het toch. Keuze berust op gedachten en als je gedachten enkel nog observeert worden ze allemaal gelijk. Goed en kwaad etc....allemaal kwestie van gedachten. De leegte is veilig. Maar veilig voor wat? Zou het kunnen dat ik gewoon geen vertrouwen meer had in de wereld van gedachten en beelden? Zou het kunnen dat ik in de diepte ontgoocheld was en hierdoor de leegte als heiloord was gaan aanvaarden?
Was ik mijn geloof verloren, mijn vertrouwen?
De leegte, een bastion van vrede dat ik kon bewaken door alle gedachten en vormen voortdurend in vraag te stellen en te relativeren, te vernietigen. Vrede door oorlog kan geen vrede zijn.
En toch, ondanks die leegte voelde ik een nooit verloren gegaan verlangen in me. Hoe kon dit? Verlangen zou immers moeten voortkomen uit een aantrekking naar een object, een beeld. Lang heb ik dit gezien als een tekortkoming. Verlangen. Een teken dat ik nog steeds ergens gehecht was aan iets en dat de leegte hierdoor nog niet compleet, niet leeg genoeg was. Ik moest meer mijn best doen en het verlangen zou vroeg of laat wel weggaan en de leegte zou nog completer worden. Ondanks de leegte was er dus toch nog een strijd gaande. Er zat strijd in de leegte. De leegte kon slechts bewaard worden in strijd met wat haar wilde opvullen.
Ik ben er niet in geslaagd de leegte vol te houden. Ik kon deze strijd niet winnen. Het verlangen was onwrikbaar en is gebleven. In tegendeel. Het verlangen begon te groeien. En door telkens weer door deze strijd te gaan van verlangen naar leegte versus het verlangen dat zich manifesteert vanuit de leegte ben ik genoodzaakt toe te geven dat de leegte geen statisch idee of doel kan zijn.
Ik had van de leegte een geloof gemaakt. Ze was een beeld geworden.
Ik snap nu dat deze finale leegte niet bestaat. Ze is slechts een fase op het pad. De verleiding er te blijven is heel groot. Ik zag haar als een plaats en na te streven ideaal. Maar als ik eerlijk ben kan ik en wil ik er niet blijven. Haar beschermende rol is voorbij en als ik haar probeer te houden zet ik mezelf vast.
Nu zie ik haar anders:
De leegte is als aarde maar aarde heeft zaad, zon en water nodig om te creëren. Zonder deze elementen is er geen beweging, groei en leven mogelijk. De schepping is pas in wording als meerdere elementen in relatie gaan en zo een verlangen uitdrukken (in beeld brengen). In het diepste van mezelf, zelf midden in de leegte is er altijd verlangen geweest. Dit verlangen zoekt naar expressie. En de leegte kan dit verlangen niet invullen.
Misschien heb jij ook zo iets als de leegte in jouw leven? Ik denk dat we allemaal doorheen een gelijkaardige ervaring gaan. We verliezen ons geloof en vinden een tijdelijk houvast in iets wat een redding belooft maar dat ons uiteindelijk op onze honger laat zitten. Waarbij iets dat we als hoogste doel gezet hadden toch niet dat was wat we ervan dachten.
God is verlangen.
Ik geloof dat God verlangen is. Verlangen tot scheppen, relatie en expressie. Door ons te maken vulde hij ons met zijn verlangen te scheppen. Verlangen om te leven en in beweging te blijven. Nieuwe horizonten verkennen. Niet om op veilig te spelen. Niet om alle aardse invulling te verwerpen en zo op 1 plek vast te roesten. Zijn verlangen is constructief. Hij wil bouwen en in vervulling doen gaan. En ja, in onze zoektocht om dit verlangen vorm te geven lopen we soms tegen de lamp en kijken we tegen zware ontgoochelingen aan. Onze reactie is menselijk en we proberen diezelfde pijnen te ontlopen in de toekomst door aan een beeld vast te houden dat ons stabiliteit en veiligheid biedt. We bouwen onze eigen burcht. In plaats van te vertrouwen en ons bloot te stellen gaan we vermijden. Teveel van dit beeld zal het leven versmoren. De muren die we opbouwen om ons te beschermen bemoeilijken het om ons verlangen te beleven en met God in relatie te gaan. Net als een vulkaan in rust niet echt in rust is. De statische toestand kan maar tijdelijk gevonden worden want zolang er leven is en schepping zal er een opbouw van verlangen zijn tot de stroom weer op gang komt in lijn met Gods schepping die altijd in beweging is.
Als ik God wil eren stel ik me de vraag: Waar verlang ik naar? En wat doe ik in mijn leven dat zijn verlangen uitdrukt? Nieuwe horizon verkennen betekent ook nieuwe uitdaging en nieuwe kwetsbaarheid ervaren. Situaties betreden waar ik enkel kan vertrouwen maar niet zeker ben. Er is moed voor nodig.
Ik sluit af met de parabel van de talenten van Mattheus die voor mij duidelijk verwijst naar Gods verlangen om ons in beweging te zien, risico's te nemen en te vertrouwen. Wie zich in angst afsluit kan God niet vinden en kan geen deel uitmaken van zijn stroom. God gaf ons de aarde en schonk ons het leven en onze talenten. Zijn verlangen is dat wij zijn schepping ten volle beleven en niet in angst. We kunnen hem niet eren door ons af te sluiten.
Matteüs 25:14-30
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: 'Het zal met het rijk der hemelen zijn als met de man die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich riep om hun zijn bezit toe te vertrouwen. Aan de een gaf hij vijf talenten, aan de ander twee, aan een derde één, ieder naar zijn bekwaamheid. Daarna vertrok hij. Die de vijf talenten gekregen had, ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij. Zo verdiende ook degene die er twee gekregen had er twee bij. Maar die dat ene had gekregen, ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen.
Een hele tijd later kwam de heer van de dienaars terug en hield afrekening met hen. Die de vijf talenten gekregen had trad naar voren en bood nog vijf talenten aan met de woorden: 'Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend.' Zijn meester sprak tot hem: 'Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw over veel zal ik u aanstellen. Ga naar binnen in de vreugde van uw heer.' Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei: 'Heer, twee talenten hebt gij me toevertrouwd; ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend. Zijn meester sprak tot hem: Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer.'
Tenslotte trad ook die het ene talent had gekregen naar voren en zei: 'Heer, ik heb ervaren dat gij een hard mens zijt, die oogst waar gij niet gezaaid hebt en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid. Daarom was ik bang en ben uw talent in de grond gaan verbergen. Hier hebt ge uw eigendom terug.'Â Maar zijn meester gaf hem ten antwoord: 'Slechte en luie knecht, je wist toch dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid? Daarom had je mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten dan zou ik bij mijn komst mijn bezit met rente teruggekregen hebben. Neemt hem dus dat talent af en geeft het aan wie de tien talenten heeft. Want aan ieder die heeft zal gegeven worden, zelfs in overvloed gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft. En werpt die onnutte knecht buiten in de duisternis; daar zal geween zijn en tandengeknars.' '
Matteüs 25:14-30
Wie op de hoogte wil blijven van nieuwe publicaties kan zich hier inschrijven.
Comments