Wil ik wel verder schrijven? Is het van belang? Doet het ertoe dat ik mijn geloofservaring op deze manier tot uitdrukking breng? Ik noem deze publicatie “Stilte” want dit is wat ik ervaar. Hoezeer ik bij momenten ook probeer mijn relatie tot God “in te vullen” met doelen, beelden, uitleg, plannen en woorden lijkt het erop dat deze verdwijnen in een eindeloze zee van stilte in en rond mezelf. Een stilte die niet leeg is maar die voor mij Gods aanwezigheid intens bevestigt.
Elke poging om tot actie over te gaan vanuit deze stilte (en ze te duiden) voelt als een vals spoor dat me uitput en me weg brengt van haar.
God: De onzichtbare onkenbare zee van stilte die alles omringt, draagt en doordringt.
Kennis helpt me op dit punt niet vooruit. Hoeveel woorden uit de Bijbel of andere boeken ik ook verslind in een poging het onwezenlijke uit te drukken: Uiteindelijk vergaan ze in het niets in deze zo intense uitdrukking van alomvattende stilte. Deze ervaring biedt antwoorden die in geen enkel boek te vinden zijn. Hier is alles af en is er geen ruimte voor de vraag om zichzelf in stand te houden.
Heeft Gods wel een missie die hij wil uitdragen? Moet ik deze wel formuleren en in vorm gieten?
Of is deze ervaring van verlossing in stilte net alles waar het om draait? Zo voelt het wel. Als thuis zijn. Vanuit haar beleving tekent ze zich af in mij doorheen mijn leven, maar niet door mij. De stilte is niet mijn verdienste.
Deze plek biedt mij geen extra's. In tegendeel. Alle pretentie dat ze me zou verheffen tot iets “meer dan” of “specialer dan” in de ogen van God kan hier geen stand houden. Geen pluimen hier om op mijn hoed te zetten. Pretentie behoeft woorden, beelden en vergelijkingen om zichzelf te voeden en net deze vergaan hier in het niets. Hier is geen roeping te vinden behalve de stilte zelf die alle lawaai opheft.
Veel menselijke systemen beloven dat wie ze volgt door te oefenen hier zal terecht komen. Maar daar geloof ik niet langer in. Er valt veel geld te rapen voor wie deze fabel succesvol verkondigt.
In de Bijbel staat dat niemand tot God kan komen door zichzelf. Dat er gratie voor nodig is. Je kan de poort niet zelf openen. In een ander oeroud boekje dat ik onlangs las over Vedische filosofie en non dualiteit stond net hetzelfde (The Fiery crest – Jewel of Wisdom/ Vicekachudamani by Sankaracharya). Ze bevestigen mijn ervaring. Het gaat niet om keus. Het gebeurt gewoon als de tijd ervoor rijp is. Ontvankelijk zijn is wellicht het enige wat je kan doen.
Misschien was de energie die ik had om het lawaai in mezelf te voeden grotendeels opgebruikt en viel ik er gewoon op een dag middenin.
Zie het als een bloemknop die plots uiteen spat en dan een bloem wordt. Voor de knop was de energie op die nodig was om zijn vorm te bewaren. Of was het omgekeerd? Nadat het licht lang genoeg ingewerkt had op de knop was de lading zo groot geworden dat ze knapte. Er ontsloot zich een nieuwe wereld voor de knop als bloem. Het oude was voorbij en de herinnering aan het knop zijn is al wat er nog rest. De knop als oude ik die het leven vol lawaai en gedachten beleefde. De bloem die de stilte en het licht ontdekte waar het als knop lange tijd naar verlangde maar ook bang voor was.
De bloem als het einde van de knop maar niet meer in woorden te brengen tenzij in superlatieven. De bloem is de knop binnenstebuiten gekeerd en met volledig nieuwe natuur en toch nog steeds dezelfde. De bloem staat open voor licht en wordt erdoor geraakt op een manier die radicaal anders is dan voorheen. Er is nu geen plaats meer voor de bloem om zich af te schermen voor het licht. Dat licht is God voor mij. Het was er ook in de knopfase maar mijn natuur was er niet klaar voor.
Ik sluit af met enkele spreuken van “Meister Eckhart” die ik onlangs ontdekte.
Meister Eckhart was een Theoloog en Filosoof uit de 14de eeuw. Zijn boeken staan nog op mijn verlanglijst. https://nl.wikipedia.org/wiki/Meester_Eckhart
Bron: www.citaten.net
“Er huist een enorme stilte in elk van ons die ons tot zichzelf roept. In deze stilte ontdekken we de taal van de hemel”
“Er is niets dat zo op God lijkt als stilte”
“De mensen denken te veel na over wat ze moeten doen en te weinig over wat ze moeten zijn. God was leeg toen Hij de wereld schiep en Hij schiep ons naar Zijn beeld. Nooit dient de tafel mij zo goed tot schrijven als wanneer er helemaal niets op staat.”
“Want je bent in God in de mate waarin je vrede hebt, en buiten God in de mate waarin je geen vrede hebt. “
“Niets staat de kennis van God zozeer in de weg als tijd en ruimte, want tijd en ruimte zijn fragmenten, terwijl God één is! En daarom, als de ziel God wil kennen, moet zij hem boven de tijd uit en buiten de ruimte kennen; want God is niet dit nóch dat, aangezien dit gemanifesteerde dingen zijn. God is één. “
“Het moet de mens niet voldoende zijn om een beeld of gedachte van God te hebben; als het beeld en de gedachte vergaan, vergaat ook God. “
“Veel mensen willen God aankijken met de ogen waarmee ze een koe aankijken, en ze willen van God houden zoals ze van een koe houden. Daarvan hou je wegens de melk en de kaas en omwille van je eigen nut. Zo doen ook al die mensen die van God houden om uiterlijke rijkdom en innerlijke troost; die houden niet echt van God, maar van hun eigenbelang. “
Foto Pexels, Ben Mack
Ik heb denk thuis nog een boek van Meister Eckhart. Een boek dat ik reeds ettelijke jaren heb, sinds mijn begin twintiger jaren. Toen las ik al dergelijke literatuur :-) Als ik terug thuis ben volgend jaar, wil ik gerust eens zoeken. Je mag me er altijd aan herinneren. Het is een boek waar hij enkele passages uit de bijbel uitlegt op zijn manier.