top of page

De leegte 8/02/2024

Foto van schrijver: Nicolai LaperreNicolai Laperre

Na de publicatie van “mijn ontmoeting” stelde een lezer me de vraag of het gevoel van leegte in mij nu weg is. Ik had deze vraag niet verwacht. Ik was meteen blij want het maakt duidelijk dat de persoon in kwestie effectief peilt naar de essentie doorheen al het vuurwerk van de ervaring die ik gepubliceerd had.


Veel mensen zijn op zoek naar een ervaring om hun gevoel van leegte weg te halen. Ze zien het ervaren van deze leegte als het bewijs dat God er niet is of dat ze hetgeen ze zoeken nog niet gevonden hebben. Ze zijn nog niet vervuld. Ze zien de leegte als iets waar ze van weg willen en dit doen ze door tal van oplossingen of invulling te zoeken. Ze hebben een beeld van de leegte als iets dat hen niet bevalt, een tekort dat moet verdwijnen en bestreden worden. Hierdoor ervaren ze een innerlijke strijd tegen iets dat ze in zichzelf waarnemen. Voor mij was het net zo. Maar is de leegte wel wat we ervan gemaakt hebben? Wat we denken dat ze is? Moeten we ervan weg? Moet ze bestreden en verstrooid worden? Is de ervaring van leegte het probleem of het beeld dat we van haar gemaakt hebben?


Eerst en vooral wil ik benadrukken dat de leegte of het niets niet bestaat. Het gaat hier over een gevoel of een waarneming (een iets) dat wij omschrijven als een beeld van leegte of niets. Sommige mensen omschrijven het ook als een stilte. Met zekerheid zijn er nog woorden voor en zijn er mensen die het gevoel dusdanig onaangenaam vinden dat hun geest er de ergste voorstelling van maakt. Het zou zomaar een zwart gat kunnen zijn waar ze in verdwijnen, een straffende God, enz. De ondertoon zal ongemakkelijk en dreigend zijn. Ik weet hoe vindingrijk onze fantasie (autopiloot) kan zijn om van een gevoel een beeld te maken. Ikzelf noem het de leegte.


God is de ruimte vol potentieel die we niet kunnen begrijpen, enkel beleven. Vandaar dat hij beeld, omschrijving en begrenzing overstijgt. In menselijke ervaring, dus via onze waarneming (zintuigen en gedachten) benaderd is God niet grijpbaar en dus maken we er een abstract beeld van als een “tekort” in onze waarneming”: Een leegte, een niets, een stilte. Iets dat verwijst naar het einde van onszelf waar de omschrijving geen toegang tot heeft. God stelt ons als denkers/vormgevers voor een fundamenteel onvermogen. Een impotentie. Onze vormgevende menselijke geest houdt niet van wat hij niet kan begrijpen. Dit betekent dat het gevoel in onszelf dat we niet kunnen begrijpen en controleren als iets ongemakkelijk ervaren wordt. Wij willen dit gevoel van nature invullen en worden hierdoor vanaf onze geboorte meegesleurd door een steeds sterkere interne autopiloot die ons leven en bewustzijn uiteindelijk voor 100% zal overnemen. De autopiloot heeft maar 1 focus. Dat wat het niet kan bevatten in beeld brengen want dat wat hij niet weet of waar hij niet kan komen is een potentiële bedreiging. Kijk naar de ontwikkeling in onze maatschappij om steeds meer camera's te plaatsen, detectie in te voeren en privacy aan banden te leggen. Overal duiken protocollen en algoritmes (AI) op. Deze tendens is niets anders dan een verlengde van onze individuele autopiloot die de ervaring van leegte (dat dreigende waar hij geen zicht op heeft) wil invullen door steeds meer inspectie, automatisatie en controle. Waar eindigt dit? Is dit de expressie van liefde?Of de expressie van een leugen? Ik laat het aan u om te mijmeren over waar dit ons naartoe brengt.


Na mijn ontmoeting zijn er ondertussen bijna 10 jaar verstreken. Mijn relatie met de leegte (God) is in die tijd sterk veranderd. Algemeen kan ik zeggen dat in de eerste tijden na mijn ervaring de confrontatie met de leegte heel zwaar was. Ik kon mezelf niet langer voor de gek houden en haar ontlopen zoals ik al jaren deed (zoekend naar verlossing). Dit betekende echter ook dat ik de volledige lading van de leegte waar ik jarenlang van was weggelopen intens voelde en ik niets had om ervan weg te geraken. Als bij een verslaafde die plots zijn drugs niet meer krijgt levert dit een periode van intense onrust en emoties op. Over deze periode zal ik nog uitvoerig schijven in een latere blog.



Het antwoord op de vraag of mijn leegte nu weg is: NEE, integendeel. De leegte is enorm toegenomen, zo lijkt het wel. Of is het omgekeerd? Doordat ik niet langer geloof in de mogelijkheid of noodzaak om de leegte te vullen en te ontlopen (omdat ik haar aard ten volle herkend heb) vul ik mijn leven niet meer met nutteloze pogingen om ervan weg te raken. Dit kwam wel niet van vandaag op morgen. Het heeft een hele tijd geduurd voor mijn oude gewoonte om de leegte in te vullen kon berusten in het oog van die ervaring van onmetelijke stilte, leegte, niets, het bewustzijn in God.


Nu ervaar ik haar meer dan ooit. En dat voelt goed, als een vrijheid. Haar vermijden was een onnodige last die ik niet langer hoef te dragen. Het is niet de leegte die veranderd is, maar mijn relatie tot haar. Ik ervaar leegte maar niet als een gevoel van tekort of een gemis. In plaats van ervan weg te lopen ervaar ik haar als fundamenteel deel van mijn bestaan. Ze verwijst naar God die ik niet kan omschrijven. De leegte is niet langer een plaats die ik vrees. Het is de plaats waar ik vandaan kom die me draagt en waar ik naar terug keer. In alles blijft zij onveranderlijk. Deze leegte of ongevormd potentieel is de kern van mijn zijns ervaring. De leegte is wat ik ervaar maar niet kan omschrijven. De leegte is het scherm waar mijn levensvorm zichzelf op ervaart. Ze is de wortel en het hout van de boom die ik in zijn vertakkingen als mezelf zie. Dit was ook de basis van mijn eigen ervaring, namelijk dat God altijd permanent aanwezig was doorheen alles wat ik al deed in mijn bestaan. Hij is het fundament van mijn individuele zijn maar ook van de volledige werkelijkheid. Hij is aanwezig in mezelf en alle anderen. Ik kan zijn aanwezigheid ervaren, maar enkel in vormloze aanwezigheid, als niet ingevulde leegte, puur potentieel (geen beeld, geen begrenzing).


Het oog kan de bron van het zicht niet zien want het kijkt ervan weg. Toch maakt het er deel van uit. Als het oog in de spiegel kijkt ziet enkel zijn vorm maar niet de bron van het zicht. De bron zal voor het zoekend oog altijd verhuld blijven als een “tekort” in waarneming en geen enkele vorm die het ziet zal de bron zijn. Ik kan God als de bron enkel ervaren in het bewust zijn van alles maar niet als object. Hij kan in waarneming niets anders zijn dan een onbegrensde ruimte of een leegte. Ik leef in zijn gratie, alles bestaat in zijn gratie. Hij is de lijm die alles bindt en hij is het bewustzijn dat ons doordringt dat onveranderlijk en alomtegenwoordig is. Zonder dat bewustzijn, zonder die waarnemende leegte, zonder God zou er geen individuele ervaring zijn.


Wil je op de hoogte blijven van toekomstige publicaties schrijf je dan hier in.



Foto Angin Akyurt - Pexels

 
 
 

Comments


bottom of page