Mijn zoon (16j) vroeg me vorige week: Papa, hoe komt het dat jij bent in God gaan geloven? Ik heb immers pas een jaar geleden in 2023 openlijk het woord God in de mond genomen. Tot dan heb ik altijd alle geloofsgerelateerde uitingen vermeden. Ik zei hem dat dit door een persoonlijke ervaring kwam. Hij wou er graag meer over weten en ik beloofde hem dat we spoedig tijd zouden maken voor mijn getuigenis. Het leek me ook een goede aanzet om mijn ervaring neer te schrijven voor de blog. De timing leek nooit perfect of ik was er niet klaar voor en nu kreeg ik een duidelijk hint om er werk van te maken.
Ik moet hiervoor ongeveer 10 jaar terug in de tijd. Ik was toen 36. Een periode in mijn leven waarop ik al heel wat van mijn eerste dromen aan het waarmaken was. Ik had een gezin, werk, huisje, tuintje, eigen zaak, en een goede gezondheid voor al wie betrokken was. Uiteraard waren er ook problemen zoals bij iedereen, maar algemeen gezien had ik alles wat ik ooit zag als condities om vol en gelukkig te zijn. Maar vol en gelukkig voelde ik me niet. Ik had een leeg gevoel vanbinnen dat maar niet weg ging en ik begreep niet waar dit vandaan kwam. Het invullen van mijn jonge dromen had niet opgeleverd wat ze beloofden. Ik had geen vrede en tevredenheid in me. Had ik dan niet alles bereikt wat nodig was? Ik had vaak de vraag in mijn hoofd: Wie ben ik echt? Hoe sterk zijn ik en mijn dromen geconditioneerd door mijn ouders en de maatschappij? Wie zou ik zijn mocht ik vrij zijn van al die conditionering? Wat is het ware fundament van mijn “zijn”? Hoe zou ik me kunnen bevrijden van die conditionering tot de naakte “ik” zou overblijven?
Ik was vastbesloten om een oplossing te vinden voor deze vragen, maar ik wist niet waar te beginnen. Ik had al vrij veel ervaring met meditatie, maar deze bracht me niet de inzichten die ik zocht.
Ik herinnerde me de boekenreeks die ik in mijn studententijd gelezen had van een figuur genaamd “Carlos Castaneda”. In deze boeken werd een student sociologie door een indiaanse tovenaar ingewijd in de geheimen van de kosmos door tal van vrij radicale beproevingen. De tovenaar maakte daarbij regelmatig gebruik van planten om visioenen op te wekken in zijn leerling die hem tot de kern van de realiteit brachten.
De boeken hadden me heel sterk aangesproken vanwege hun overtuigende en avontuurlijke boodschap. Ik droomde in mijn jonge jaren om ook zo een avontuur te kunnen aangaan en de geheimen van de wereld te kunnen ontrafelen. Mijn leven bleek echter veel minder avontuurlijk te ontwikkelen en uiteindelijk dreef deze magische wereld helemaal buiten beeld.
Ik had tot op 36 jaar geen ervaring met visionaire planten en was algemeen geen voorstander van drugs. Mijn ervaringen met drugs was beperkt tot alcohol en cannabis waar ik later meer zal over schrijven. Was het misschien tijd om toch een sprong te wagen en te zien waar het gebruik van deze planten me kon brengen? Na enig opzoeken en leeswerk besloot ik ervoor te gaan. Ik wou het legaal en veilig houden dus in België was dergelijke ervaring niet mogelijk. In Nederland waren enkele centra actief waar je heen kon gedurende een weekend, waarbij je onder begeleiding en in een veilige setting een visionaire Braziliaanse thee te drinken kreeg genaamd ajahuasca. Ik besloot deel te nemen.
In heel veel opzichten was mijn eerste ervaring een mooie ervaring. Een trip duurt ca 8 uur en deed me in een interne golvende droomachtige wereld belanden waar emoties heel krachtig waren en inzichten over leven en werkelijkheid als het ware in de rij stonden. Het voelde bevrijdend, ik kon lachen, huilen en vergeven. Ik ging op zondag naar huis vol inzichten, euforie en levenslust. De leegte was weg. Helaas bleef dit niet duren en ongeveer een maand of 2 na deze ervaring stak de leegte weer zijn kop op. Ik begreep dat ik geen duurzame verandering ontdekt had, hoogstens een afleiding. Of moest ik het gewoon nog eens proberen, maar nu een iets hogere portie? Waarom niet? Misschien was ik niet “ver” genoeg gegaan?
Opnieuw boekte ik een weekend en deze keer nam ik in plaats van 1 portie nog een extra portie. Het leverde me een heel zware en donkere trip op, op het randje van bewust en wegzakkend in een niets dat alles leek op te slokken. Het was een strijd om terug tot mezelf te komen. Toen ik bij kwam zei ik tegen de begeleiders dat indien ik nog dieper zou gaan ik misschien niet zou kunnen terug komen. Ik had verder niets wezenlijks uit deze trip kunnen halen en de leegte was er ook nog.
Ik name toen een vrij radicale keuze. Ik wou niet, net als velen die ik al ontmoet had in deze “planten” wereld een permanent “consument” worden van een of andere drug om mijn leegte weg te houden. Als er een waarheid te vinden was moest deze mij vrij maken, niet afhankelijk van een of ander product. Ik was op zoek naar een fundamentele oplossing en meer dan ooit had ik het gevoel dat ik daarvoor iets moest vinden dat me in 1 keer zou ontdoen van al mijn opgebouwde (on)bewuste controle en weerstand. Ik besloot er nog 1 keer voor te gaan en deze keer zou ik geen remmen zetten. All-in. Ik zou niet op veilig spelen. Ik koos niet meer voor ajahuasca. Ik had gehoord van een middel dat extreem krachtig was. 1 Trekje aan een pijp was genoeg om gedurende 15 tot 30 minuten een ervaring te betreden die in kracht met geen woorden te omvatten was. Zelf de meest ervarene gebruikers van al wat er te vinden was waren er bang voor of spraken er met veel respect over. Ik was niet zeker. Dit kon gevolgen hebben. Ik liep rond met twijfels, maar toch wilde ik mijn leegte eens en voorgoed aanpakken.
Ik herinner me de dag dat ik toezegde nadat ik tijdens een moment van twijfel op een nummerplaat van een voorbij rijdende auto een verwijzing las naar het middel. De keuze was gemaakt.
Ik ging opnieuw naar Nederland en kwam aan rond 10h in de voormiddag. Een groep van 8 deelnemers vormde zich, samen met vier begeleiders die beloofden in te staan voor de veiligheid. We zouden elk apart aan de beurt komen. Ik bood me als eerste aan. In de tuin lag een matras op de grond met kussens. Ik ging op de matras staan en twee mannen gingen naast me staan. Dit om me op te vangen en neer te leggen na de pijp. Ik zou namelijk elk besef van mijn lichaam verliezen. Een derde man bood me de pijp en en vroeg me om in een keer zoveel en zo diep mogelijk te inhaleren en dan mijn adem even in te houden. Ik was nerveus en wat gespannen maar het lukte me goed.
En toen werd alles anders.
Een zwart gordijn trok zich dicht voor mijn ogen. Op dit punt was ik niet langer bewust van mijn lichaam. Alsof het gewoon verdwenen was. Ik werd wakker maar niet in mijn bekende wereld of in mijn bekend lichaam. Ik was in een wat leek oneindige ruimte gevuld met licht zoals de hemel bij een prachtige zonsondergang. De ruimte voelde heilig, sacraal. Ik leek te zweven. Alsof ik de wereld beleefde vanuit een vogelzicht of vliegtuig, maar dan zonder enig vliegtuig of vliegend lichaam. Alles baadde in licht. Ik zag nergens land. Er was niets te vinden. In alle richtingen oneindige ruimte en licht. Mijn gedachten werkten perfect en helder. Ik was volledig bewust en wakker in deze ruimte. Ik had een instinctief gevoel dat iets heel bijzonders te gebeuren stond en dat deze ruimte me niet vreemd was. Alsof ik hier al geweest was. In de verte zag ik een stip, zwevend in deze oneindige plek. Hij leek kilometers veraf. Een bolletje leek het wel. Zonder dat ik dit wou werd ik in de richting van dit bolletje getrokken, als in een stroom. Zodra dit gebeurde nam de ervaring in intensiteit toe. De spanning groeide. Ik voelde diep vanbinnen dat dit bolletje het punt van waarheid was waarnaar ik op zoek was. Het centrum van alles. Gelijktijdig openbaarde zich een gevoel dat deze ontmoeting heftig zou worden en dat dit niet louter een afstandelijk iets zou zijn zoals een museum bezoek. De openbaring van dit punt zou ik moeten beleven en doorstaan. Hier kwam ik niet zomaar binnen. Ik voelde een sterke opwinding opkomen, maar ook een enorme angst. Ik herkende dat ik geen controle had over dit proces en het bolletje bleef trekken, de intensiteit bleef stijgen. Nu ik dichter kwam zag ik dat het bolletje geen bol was, eerder een donut. Zilverkleurig. En hij draaide om zijn as als een tollende munt. Nu nog traag, maar steeds sneller. Elke zijde had een ander effect. Een van de zijden liet een zware afstotende schokgolf voelen terwijl de andere kant de afwezigheid leek van enig afstotend effect en opnieuw het stromen ernaartoe veroorzaakte.
Ik was nog steeds veraf, maar de aard van de schokgolven deed met schrikken. Ze gingen dwars door me en mijn volledige zijn werd geraakt door hun kracht. Ik voelde dat ik geen enkele weerstand had tegen deze golven. Ze leken stukken van me los te slaan die ik niet kon meenemen naar het midden. Ik besefte dat ik een kracht onderging die ik niet kon meesteren of bevatten en dat ik niet meer terug kon. Ik voelde angst maar ik had hiervoor gekozen en besefte dat ten volle. Hiervan kon en zou ik niet weglopen. Ik had dit zo lang gewild en deze kans wou ik, volledig.
Ergens kreeg ik het gevoel dat ik niet alleen was in deze ruimte. Alsof anderen, mijn voorvaderen me in de gaten hielden. Ik dacht aan mijn overleden grootmoeder, maar zag haar niet. Ik riep om hulp en vroeg om kracht. Of ze me wilden bijstaan op dit moment? Dat ik hen waardig wou zijn door deze ervaring te volmaken. Het leek wel of heel mijn leven, de reden van mijn volledige bestaan neer kwam op dit ene moment en hoe ik ermee zou omgaan. En ja, ik voelde me omringd door hen. Ik voelde hen naast en achter me. Ze hielden me recht zodat ik kon blijven staan in het aanschijn van wat zou komen. Ik voelde dat ik alles zou moeten geven en keek voor me uit naar de bol. De intensiteit bleef opbouwen, de schokgolven volgden steeds sneller en ik zag dat bepaalde stukken van mijn leven aan me voorbij kwamen. Mijn dochter, mijn werk, mijn gezin, elk beeld dat opkwam werd zodra ik het zag van me weggeslagen. Ik moest alles achterlaten. Ik kon me aan niets meer vasthouden, mijn leven flitste aan me voorbij. Beelden verdwenen in een oogwenk uit zicht. De intensiteit werd stilaan onhoudbaar.
Ik zag een fel geel licht en dan geheel onverwacht kreeg ik een herkenning van wat de kruisiging van Christus betekent. Ik bevond me zelf aan het kruis, kijkend naar dat enorme licht dat me raakte en ik herkende zijn lijden. Ik voelde het binnenstromen. Er was niets meer dat me beschermde. Ik voelde me extreem kwetsbaar. Alsof ik geofferd werd. Ik werd opengetrokken. Ik voelde een stroom van verdriet en pijn in mij, veel groter dan enige verdriet dat ik me kon voorstellen. Ik voelde de pijn en enorme intensiteit van zijn liefde, de kracht die nu in me kwam en me openbrak. Ik voelde vorige generaties in mezelf, bloedlijnen uit een ver verleden, pijn van door de eeuwen heen, zoveel verdriet en gelijktijdig zoveel liefde. Ik voelde alles in 1 enkel moment. Ik was niet langer de geïsoleerde ik, het lichamelijk product van een vader en een moeder. Ik was slechts een punt, een uitdrukking, een expressie in tijd en ruimte onlosmakelijk verbonden met een grote geheel dat leeft, bewust is en alles bewaard heeft wat ooit gebeurde sinds de bron der tijden.
Ooit wou ik weten wie ik was zonder conditionering, wel dan was ik nu op weg daarnaartoe en onderweg werden al mijn beelden van mij afgenomen. De intensiteit was nu zou hoog dat ik vreesde gek te worden. Er opende zich een draaikolk waar ik meteen volledig in getrokken werd. Boven, onder, het bestond niet meer. Ik tolde en het voelde alsof mijn hele zijn uit elkaar getrokken werd. Ik was elke vorm van controle kwijt en wist dat er niets meer is dat ik kon doen. De enige gedachte die nog bleef was: Adem. En terwijl de draaikolk me in alle richtingen trok en ik geen vorm meer leek te hebben ontdekte ik een kern van rust in me. Een vertrouwen in overgave. Een gevoel dat alle gekte die zich afspeelde geen enkel effect had op deze plek. En hierin berustte ik.
De draaikolk was plots voorbij, het geweld achter de rug. Ik voelde plots een grote rust en keek rond me. De bol was nu vlak voor me. Zwevend op ongeveer 2 meter hoogte boven een gouden oceaan, badend in een gouden licht. Nergens was land te bespeuren en het gouden water was roerloos stil als een spiegel. Nog steeds werd ik dichter getrokken, maar nu trager. Ik was stil vanbinnen en bijna geheel zonder gedachten. Ik wist dat deze bol het centrum was waar alles rond draaide en ik bleef dichter komen. Het was nog niet gedaan. Plots verdween de bol en keek ik rond me. Hij was weg en ik realiseerde me dat ik nu zelf in het centrum stond in deze zee van stilte. Een moment buiten ruimte en tijd. Perfecte stilte. Opgenomen in het centrum overkwam me de kern van heel mijn reis. Ik besefte plots dat hoewel ik alles zag, een tweede aanwezigheid vanuit mezelf en door mijn eigen ogen meekeek. Of keek ik mee door zijn of haar ogen? Het openbaarde zich in aanwezigheid, doorheen mezelf. Ik was niet alleen. Voor even werd alles muisstil en berustte ik in deze aanwezigheid die zich doorheen mezelf kenbaar maakte als alles wat ik ooit gezocht had. God. Ik voelde me opgenomen. En dan werd zoveel duidelijk voor mij. Deze aanwezigheid kende ik. Ze was er al zolang ik leefde. Ik was nooit alleen geweest. Ze was al altijd aan het meekijken. Ze had me nooit verlaten. Nooit zal ik deze aanwezigheid kunnen omschrijven, maar ze is er en zal er altijd zijn. Ze is zowel binnen als buiten, overal. Ze hoort me niet toe, het is niet mijn aanwezigheid. Ik leef in haar of zijn gratie. De weg ernaar toe bestaat niet, enkel de realisatie dat ik er nooit van weg kon. Al de rest was mijn eigen verblinding, mijn eigen leugen, mijn eigen zonde die me van iets anders overtuigde. De weg is die van Christus, de volle overgave en het overstijgen van alle beelden. Jaren had ik gezocht. Jaren had ik beelden nagestreefd in de hoop te vinden wat ik nu beleefde. Ik voelde bevrijding, maar ook verdriet. Ik besefte dat de oude ik dodelijk getroffen was. Ik voelde een diepe dankbaarheid. Ik wist dat niets nog hetzelfde kon zijn.
Het was ik die door mijn zoeken zo overtuigd was dat deze aanwezigheid en alles wat ik dacht dat ze was (het beeld dat ik ervan had) ergens te vinden was dat ik niets anders deed dan ervan weg kijken. Want hoe kon ik vinden wat er al was? Waarom zoek ik God als hij overal is? Hoe kon iets dat oneindig en overal is een beeld zijn? Hoe kon ik thuiskomen als ik nooit weg was? Hoe vul ik een leegte die niet bestaat? Hoe word ik iemand die ik al ben?
Ik wil in geen geval mensen aanmoedigen om via drugs of visionaire planten op zoek te gaan naar God. De gevolgen van mijn ervaring waren niet makkelijk en ik zal daar in volgende publicaties dieper op ingaan. Ik heb mensen ontmoet die net hetzelfde als ik probeerden, maar volledig het noorden kwijt raakten en nog meer in verwarring raakten. Tot op vandaag prijs ik me gelukkig dat ik het zonder blijvende schade kan navertellen. De gevolgen van deze ervaring waren even reëel als de ervaring zelf en hebben mijn leven diepgaand beïnvloed. Voor mij betekende het een einde en een nieuw begin. Opnieuw leren leven vanuit een heel nieuw paradigma, want de oude manier van naar het leven te kijken werkte nadien niet meer. Het vormt de inspiratie voor deze blog. Wil je verder op de hoogte blijven schrijf je dan hier in.

Foto: Suzy Hazelwood - Pexels
Comments